Expressionisme

Het expressionisme (van Latijn: expressia, uitdrukking) is een stroming in de Europese kunst en de literatuur van de 20e eeuw, die zich vooral manifesteerde in de jaren 1905 tot 1940. In het expressionisme tracht de kunstenaar zijn gevoelens, zijn ervaringen, voor de waarnemer uit te drukken door een zekere vervorming van de werkelijkheid.

Belangrijk is daarbij vooral dat de gevoelswaarde, het onderbewuste, dat de kunstenaar ervaart naar aanleiding van het onderwerp, de boventoon voert. Dit in tegenstelling tot het impressionisme waarbij vooral het uiten van de passieve werkelijkheid, zoals men die ervaart, vooropstaat. Zo vervaagt in het expressionisme de band met de werkelijkheid vaak, soms valt die zelfs helemaal weg. Hierdoor krijgen onvoorstelbaar nieuwe vormen hun kans. Het expressionisme kent maar één wet: dat er geen wetten zijn, en dat die dan ook niet mogen worden opgelegd. De subjectieve beleving staat voor alles centraal.

Vooral in de schilderkunst wordt, bijvoorbeeld bij het gebruik van kleuren, vaak afgeweken van de werkelijkheid. De kleur wordt gebruikt om gevoelens te accentueren. Vaak worden ook voorbeelden uit de natuur vervormd, juist ook hier weer, om de expressiekracht te verhevigen. Daarbij wordt soms het perspectief opzettelijk niet meer juist toegepast. Ook andere academische vorm- en beeldtaal wordt opzettelijk vermeden, zoals het toepassen van een gulden snede.

Ook in eerdere en latere periodes zijn echter expressionistische werken geschilderd. Het expressionisme als uitdrukkingsstijl bestaat in het begin van de 21e eeuw nog steeds. Ook in de periode ver voor de bloeitijd zijn schilders te vinden die een expressionistische stijl gebruikten.